E  N  T  R  E  E .


Wat U kunt verwachten:

voor zover tot nu toe op te sporen vanachter de computer:

de nakomelingen met de achternaam 'Lentink' van Jan, die tijdens zijn hele leven niet wist, dat een deel van zijn nageslacht 'Lentink' zou gaan heten, -

en wel op verschillende manieren gepresenteerd.

Genealogie en internet

Fantastisch zijn ook op genealogisch gebied de mogelijkheden van het internet (met een database als die van "Genlias"* !),
beperkt worden de uiteindelijke resultaten echter wanneer verder onderzoek in archieven nauwelijks haalbaar is.

Maar gelukkig is daar bijvoorbeeld de "Vereniging Veluwse Geslachten" met haar publicaties van doopboeken, huwelijksregisters enz., die door liefhebbers zijn getranscribeerd en die een voortzetting van de speurtocht naar het voorgeslacht toch mogelijk maken.
En even gelukkig: heel wat gemeenten maken hun archieven geschikt om thuis digitaal geraadpleegd te worden.

(*"Genlias" was meer dan 14 jaar de database van samenwerkende archiefinstellingen in Nederland met gegevens uit de registers van de burgerlijke stand, die vanaf 1811 worden bijgehouden. Op 1 januari 2013 is "Genlias" vervangen door de website "WieWasWie".
Vóór 1811 werden doop (dus geboorte), trouwen en begraven (dus overlijden) in de regel door de kerken geregistreerd (in de zogenaamde DTB's).)

Het oorspronkelijk woongebied van de Lentinks


De Lentinks om wie het hier gaat, komen oorspronkelijk uit Warnsveld en vervolgens uit de gemeenten Voorst en Brummen, midden in Gelderland, tussen Veluwe en IJssel.
Het zijn doorgaans landbouwers/dagloners; pas rond 1880 komen beroepen als timmerman, metselaar, schilder in onze familie voor.

Van Gerrits via Hendriks naar Lentink

Zoals bij het merendeel van de arme Gelderse plattelandsbevolking in het rivierengebied het geval was, kregen kinderen als 'achternaam' de voornaam van hun vader met het achtervoegsel '-sen' of '-s'.
(Voor wie het niet wist: zo'n naam is een 'patroniem'.)
Zo werd Gerrit, waarschijnlijk de zoon van Gerrit Jansen, 'Gerrit Gerrits' genoemd, naar de voornaam van zijn vader dus; en zijn kinderen heetten weer Gerrits of Gerritsen.
De kinderen van zijn zoon Hendrik – Hendrik Gerrits dus – werden op hun beurt weer Hendriks genoemd.
'-sen' is ontstaan uit '-sone' (het woord 'zoon'): Gerrit Gerrits zoon.
Langzamerhand slijten uitgangen echter af: -sone wordt -sen, -sz, en uiteindelijk vaak -s.

In 1811, dus tijdens de Franse overheersing, bepaalde Napoléon bij decreet, dat iedereen zonder 'echte' achternaam een familienaam moest kiezen en zich moest laten registreren.
Zo heetten vanaf 1812 tien Hendriksen(s) uit Brummen en omgeving: 'Lentinck'.
Enkele latere Lentinks bleven zich – om welke reden dan ook – gedurende een aantal jaren nog Hendriks of Hendriksen noemen.

Maar – zoals U uit de notities in de parenteel kunt afleiden, is in de derde, vierde generatie de naam Lentink, normaliter met een k op het eind, algemeen in gebruik.
Dat klopt met het landelijke beeld:
in 1825 werd iedereen bij Koninklijk Besluit door Koning Willem I verplicht, een achternaam te laten registreren; weigeraars zouden beboet worden.
Zo werden ook de laatste vier Hendriksen(s) in 1826 als 'Lentink' geregistreerd.

Het ontstaan van de naam Lentink

De naam Lentink is afgeleid uit de oude Germaanse voornaam 'Lente' of 'Lent' – en is dus ook een patroniem, alleen van veel ouder datum –, terwijl de hier besproken Lentinks hun achternaam ontleend hebben aan de boerderij "'t Lentink" uit Voorstonden, die trouwens – in een verder verleden – op zijn beurt z'n naam weer te danken heeft aan een eigenaar of bewoner met de naam Lentink.
"'t Lentink" bestaat (weliswaar geheel nieuw opgebouwd) nog steeds.

(Klik hier voor enkele foto's van "'t Lentink".)

Bij de geboorte van de eerste drie zoons van Hendrik Gerrits in de jaren 1754 tot 1756 wordt vermeld, dat ze 'in Voorstonde op Lentink' zijn geboren.
Bij de doop van zijn beide jongste zonen (in 1761 en 1764) wordt Hendrik echter Hendrik 'Lentinck' respectievelijk 'Lentink' genoemd.
Toen Hendriks stiefvader, Marten Arents, na zijn huwelijk in 1724 met Hendriks moeder op "'t Lentink" was gaan wonen, heette hij al in 1728 naar de boerderij Marten Lentinck.
Graag verwijs ik U voor uitvoeriger informatie over het ontstaan en de vorming van namen naar mijn artikel 'Namen' onder de knop 'Achtergrond' in het menu links bovenaan deze pagina.

Namen op -ink

In het algemeen vindt men namen als die van ons op '-ink' vooral in de Achterhoek en daarnaast in Twente.
Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat tijdens de volkstelling van 1947 ruim de helft van alle Lentinks in Gelderland woonde, namelijk 183 van de in totaal 316; in Overijssel blijken er dan 53 te wonen.
Bij het onderzoek in 2007 komt nagenoeg hetzelfde beeld te voorschijn: de concentraties aan Lentinks bevinden zich vooral in Gelderland en daarna in Overijssel; de spreiding over het hele land is wel behoorlijk toegenomen, het totaalaantal Lentinks daarentegen niet: het zijn er nu, na zestig jaar dus, 436.

De achternaam Lentink komt overigens al heel vroeg voor in Gelderland en daarnaast vooral in Overijssel.
Het is een kleine moeite om op het internet in bijvoorbeeld stambomen Lentinks van omstreeks 1650 te vinden. Ook via de link 'Protocollen' onder 'Achtergrond' vindt U wat voorbeelden.
En natuurlijk ligt daar in mijn geboortestad, Deventer, in de Grote of Lebuïnus-kerk de grafsteen van Jurriën Lentinck.

(Klik hier voor een foto.)

Achtergronden

Voor geïnteresseerden verzamel ik verder onder de al genoemde knop 'Achtergrond' allerlei zaken die de tijd waarin of de omstandigheden waaronder onze voorouders leefden wat verduidelijken en overigens m.i. interessante wetenswaardigheden, zoals wat gegevens rond dit graf van Jurriën Lentinck en bijvoorbeeld een artikeltje over de volkstellingen. Ook het zgn. decreet van Napoléon en iets over de gevolgen daarvan kunt U hier vinden.

Tenslotte:

- Het uitzoeken en registreren van mijn voorgeslacht en het vastleggen van gegevens van de tijdgenoten die het tijdelijke leven tegen het eeuwige moesten inruilen, is eigenlijk het enige en laatste wat ik voor deze mensen kan doen; immers daardoor help ik de herinnering aan hen levend te houden.

- (Ondertussen blijkt het bundelen van familiegegevens op zich een erg leuke tijdsbesteding te zijn, die bovendien soms tot onverwachte of hernieuwde contacten leidt.)

- Wanneer men zich realiseert, in welke armoedige en primitieve omstandigheden de meesten van hen moesten leven: vaak met veel kinderen in (mag men aannemen) een kleine behuizing, dan moet men welhaast zijn ideeën over 'die goede oude tijd' wat bijstellen.


Psalm 90.

Psalm 90, vers 10a, uit de 'Statenvertaling' van 1618/1619.
Het opschrift van de psalm in de vertaling uit 1962 luidt:
'De eeuwige toevlucht voor de vergankelijke mens'.

De complete psalm en enkele opmerkingen vindt u onder het
kopje "Psalm" in het menu links boven onder "Achtergrond",
of door hier te klikken.