DE  GRAFSTEEN  VAN  JURRIËN  LENTINCK .






Het teken rechts van de naam Lentinck (de combinatie van X en L) is het teken van de steenhouwer.

Voor enkele andere in de Lebuïnus-kerk gebruikte tekens klikt U hier en voor nog meer steenhouwersmerken hier.

In 1883 schreef ds. J. Anspach uit Ek-en-Wiel al in zijn artikel "Grafschriften in de kerken te Deventer" o.a.:

"De zerken in de Groote, de voormalige, door bouwtrant en kracht wijd vermaarde St. Lebuinuskerk ... zijn meerendeels erg verbrokkeld of beschadigd, zóózeer, dat het kerkbestuur ze als een afzonderlijk plaveisel, hetwelk, afstekend door donkerder blauwe kleur, als eene breede langwerpig-ronde baan 't bizonder uitgestrekte gebouw doorloopt, nu reeds jaren geleden heeft doen verleggen en samenvoegen.* Hier en daar, vooral bij den ingang en nabij 't Groote Koor, dat sedert een 40tal jaren tot eene afzonderlijke Trouw- en Oefenkerk werd ingericht, ontwaart men nog een grooten steen in zijn geheel, met randschrift in Gothische letter en uitvoerig (soms Latijnsch) graf- of opschrift, thans door afslijting onleesbaar. Maar deze exemplaren zijn zeldzaam. Omtrent de oorspronkelijke of eigenlijke plaats der zerken en grafsteden valt dus, behoudens weinige kennelijke uitzonderingen, niets meer te bepalen."

Uit het Dertiende Stuk van "Verslagen en Mededeelingen" in de "Verzameling van stukken die betrekking hebben tot Overijsselsch Regt en geschiedenis. Tweede Afdeling.", uitgegeven door De Erven J.J.Tijl te Zwolle voor de "Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis".

* Dat "verleggen en samenvoegen" deed men ook bij de grafstenen van Jurriën Lentinck en Emanuel Eman, (alsmede bij de steen met het jaartal 1756 ?).
Noch Jurriën, noch Emanuel wordt in het jaar 1756 vermeld in "Het Boek der Dooden van de Lebuini Kerk der Stad Deventer beginnende met den 1 Januari 1746."

De heer Edgar Much is van mening, dat "Jurriën Lentinck identisch ist mit einem Jorijs Lentinck aus Deventer, der im Jahre 1619 in Leiden heiratete".
Deze Jorys is namelijk chirurgijn en Jurriën draagt de titel Mr., die "… in den Niederlanden für "Chirurgen" festgeschrieben …" was.

Ik heb de akte gevonden in "Nederlands Hervormd Ondertrouw (1575-1795), Deel: 8, Periode: 1614-1619, folio H - 266" in het archief "Erfgoed Leiden en omstreken":

"… den 1en Marty [maart] 1619 ‐ 266
Jorys Lentinck Chirurgijn Jongman van Deventer … met Mr Jorys Manthan zyn Cosyn [neef] [als getuige]
Met
Margriete Carreberchs Jonge Dochter van Amstelredam won[en]d tot [te] Leyden … met Lysbetgen Walewyns haer nicht…"

De titel Mr. was indertijd inderdaad niet alleen gereserveerd voor juristen, maar ook voor medici.
Op het Rechtenforum.nl staat bijvoorbeeld: "Op de twaalfde-eeuwse pre-universitaire scholen werd de magister-graad uitgedeeld aan artiesten en theologen, en de doctor-graad aan de juristen en medici." Ik kom daar zo nog op terug.**

Blijft nog het probleem van de verschillende voornamen. Welnu:
Jurrien/Jurriën is via George afgeleid van het Griekse geoorgos, wat landbouwer betekent.
Joris/Jorys is eigenlijk ontstaan uit Gregorius, maar men verwarde Gregorius met George.
M.a.w.: We zouden inderdaad kunnen aannemen, dat Jurriën en Jorys identiek zijn.

** De heer Edgar Much attendeert in dit verband nog op de volgende tekst uit



waarin sprake is van een andere Lenting:

"jure suo." betekent: ieder zijn/haar recht.


Nu over iets anders:
Dat het er vroeger doordeweeks in kerken anders toeging dan tegenwoordig, blijkt wel uit het onderstaande schilderij:


St.-Janskerk, Gouda. Hendrick Cornelisz van der Vliet, 1662, National Gallery of Victoria, Australia.

Overigens werd in 1827 bij koninklijk besluit het begraven in kerken verboden.

Het stadsbestuur van Deventer kocht daarop enkele stukken bouwland aan en in 1831 werd de nieuwe algemene begraafplaats aan de Diepenveense weg geopend.
Zie de afbeelding hieronder.




Enkele andere gegevens vindt U op de website van de "Stichting Oude Begraafplaatsen Deventer".

Ook de website van de "Stichting Dodenakkers" kunt U raadplegen.