HET RAMPJAAR.


Even afgezien van de vaak gebrekkige kerkelijke administratie in vooral kleinere plaatsen, is een niet te onderschatten pechfactor bij de speurtocht naar de afstamming van Gerrit Gerrits, dat in de onderzochte periode het zogenaamde Rampjaar 1672 viel. Datzelfde geldt voor nogal wat andere personen, ook bij de Koopsens.

De website Wikipedia schrijft daarover o.a. het volgende:


Het jaar 1672 staat in de Nederlandse geschiedenis bekend als het Rampjaar: "het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos". In dit jaar begon de Hollandse Oorlog en werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen, resp. onder het gezag van Bernard von Galen en Maximiliaan Hendrik van Beieren.

De Franse legers konden niet de kortste route door de Spaanse Nederlanden nemen omdat Frankrijk keizer Leopold I, aartshertog van Oostenrijk, buiten de strijd wilde houden. Daarom waren de bisdommen door de Fransen om logistieke redenen tot bondgenoot gemaakt. De binnenvallende legers trokken op 12 juli 1672 over de Rijn bij Lobith en versloegen het zwakke leger van de Republiek en bezetten snel veel grondgebied in het landschap Twente en het graafschap Zutphen.

Door deze tegenslagen brak paniek uit in de niet bezette delen van de Republiek. Veel bestuurders die aan de kant van de tot dat moment leidende partij van de staatsgezinden stonden, werden gedwongen hun posities af te staan aan prinsgezinden. Dit jaar vormde zo ook het eind van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk.

De belangrijkste staatsgezinde regent was Johan de Witt. Samen met zijn broer Cornelis verloor hij in dit jaar niet alleen zijn ambt maar ook zijn leven, toen ze door een woedende, door orangistische partijgangers opgezweepte menigte werden vermoord.

Het rampjaar duurde ongeveer 17 maanden ….



Eén van "Acht voorstellingen van de Franse wreedheden bedreven in het jaar 1672 gebruikt als illustratie in A. de Wicquefort, "Getrouw Advys aen de oprechte Hollanders rakende het geene gepasseert is inde Dorpen van Bodegrave en Swammerdam, en de ongehoorde Wreedtheeden, die de Fransen aldaer gepleeght hebben", 1674.
Gravure van Romeyn de Hooghe.
"In het midden van de voorstelling wordt huisraad verbrand. Rechts wordt het vee gedood, links worden bewoners gedwongen een wagen te trekken. Links onderaan liggen gedode slachtoffers; rechts in het midden wordt een kind meegenomen en een vrouw aan haar haren meegetrokken."
© Het Geheugen van Nederland/Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland, 2003.
Voor een vergroting kun je hier klikken.


De oorlog in Warnsveld en omgeving (Warnsveld, Borculo, Eibergen, Vorden, Geesteren) en Oene (voor de Koopsens).


In de verschillende doopboeken van Warnsveld worden dopen genoteerd vanaf 15 september 1668.

"… zedert den tijt Onser Bedieninge inden Karspel van …"

In dit doopboek van 1668-1688 ontbreken door de Franse bezetting de gegevens van 25 maart 1672 tot 1 augustus 1673, met uitzondering van drie kinderen die in november 1672 worden gedoopt:

Er staat dan:

"Nae ons Vluchten, en inneemen der Steeden door de Franssen sijn gedoopt …"

Zowel in augustus als in september 1673 staan er vervolgens drie kinderen ingeschreven, waarna er in januari en februari 1674 in totaal negen en eind oktober nog twee kinderen worden gedoopt.
Pas vanaf 1675 wordt er weer regelmatig gedoopt.

Overigens werden er door afwezigheid, ziekte of ook geestelijke achteruitgang van de predikant in 1676 geen dopen genoteerd in april, mei, juni, september en oktober; op 26 november 1676 schrijft deze dominee zijn laatste doop in.
Dan begint een nieuwe predikant vanaf 1 april 1677 en is tot eind 1682 alles normaal.

In het deels parallel hiermee lopende – trouwens heel erg rommelig overgeleverde – doopboek 1677-1698 staan de dopen van 2 september tot en met 24 juli 1698.
Ook hier ontbreekt nogal het een en ander, zoals bijvoorbeeld tussen 23 september 1694 en 7 januari 1695, en wordt het schrift gaandeweg slordiger en vaak onleesbaar.

De neerslag van de oorlogstijd in het trouwboek van 1668-1683.

"Naemen der geener die In onsen Kerspel Haer inden Houwelijck Staet hebben begeeven ende Sijn geproclameert [afgekondigd], & vorders [voorts, vervolgens] gecopuleert [bevestigd] Anno 1668".

Het trouwboek wordt begonnen op 1 augustus 1668.
De onregelmatigheden beginnen hier in 1671: in mei, juni, augustus, september en vervolgens – zie de afbeelding hieronder: "… Anno 1672 quamen de Franssen en sijn getrouwt …" – staan er geen huwelijken ingeschreven tussen 27 december 1671 en 24 november 1672 en van 28 december 1672 tot 1 maart 1673 en dan van eind oktober tot 12 april 1674. Daarna loopt alles weer regelmatig tot en met 11 november 1676.
Vanaf 16 maart 1677 begint dan een andere predikant met zijn inschrijvingen om te eindigen met alleen maar de datum "den 1 Juli" 1683.



Behalve de dopen en de huwelijken staat in "Het Kercken:Boeck Van Warnsveldt 1668" o.a. ook de Armenstaet, een door de predikant beheerd overzicht van ontvangsten en uitgaven:


Daarin schrijft hij over deze tijd het volgende:


"Op den 7 April, sijnde Paesch-dach is gegeven Vier-entwintigh gulden, 15 sts. 3 pen. – 24 – 15 – 3.
Nota. Een weeck of vijf daerna overmeesterde de Franssen ons lant; overmits [aangezien, omdat] het geene Vorders [verder] int Jaer 1672, en 't geheele Jaer Van 1673 tot in November 1674 is in de schotelen* gegeven geworden, is door de Diaconen Voorts uitgedeelt, zoo dat daervan bij ons niets en is ontfangen."

* Terzijde:

"Op den 23 April 1671 sijnde Paesch-dach hebben wij het alder-eerst in onse Gemeente een aenvanck gemaeckt Van opde tafel onder de bedieninge Van't H. [Heilig] Avontmael te setten twee schotelen overdeckt met Servetten, ten eijnde een ijgelijck [iedereen] na de Communie, eer men Vande tafel afginns daerin na sijn ...mogen [vermogen] ijets soude leggen, ten behoefte of Van onsen Armen; of soo 't nodich waere, Van onse Kercke, en Godts-dienst
Anno 1671.
Voor de eerstemael is doen [?] op Paeschdags daerin bevonden gegeven te sijn de som Van twee-entwintigh gulden – 22 – 0 – 0".


Deze Armenstaet in "Het Kercken:Boeck Van Warnsveldt 1668" wordt in 1674 opgevolgd door de Kerckenstaet:


Op de volgende bladzijde staat dan:


"Ontfanck
De Kercke van Warnsvelt door de Franssen geheel van binnen sijnde geruiniert en verbrant, heb ick Wilhelm Christianides Predicant, neffens [benevens, met] onsen Koster Wessel van Santbergen begonnen tot desselfs Reparatie een Collecte te doen op den 4 Junij 1674.
Eerst binnen de Stadt Zutphen
Alwaer het gecollectierde te saem uit het Collectier... opgerekent [ opgeteld] sijnde,te saem beloopt de somma van – 253 – 0 – 0
In onsen Kerspele [gemeente]
Op den 17 Junij 1674
Gecollectiert door onsen Koster en een Diacon [diaken], opgetrocken [opgeteld] beloopt tesaem – 109 – 2 – 4
In onsen Kerspele
Voor de tweede mael
Op den 20 Martij [maart] 1675
Door mij en den Koster Gecollectiert, twelck te saem opgetrocken, beloopt – 27 – 14 – 0
Also [derhalve, bijgevolg] te saem – 389 – 14 – 0
Noch ontfangen van van (!) Jan Ploegman en Henderijck inde Roscam de somma van vijfentwintich gulden, waarvoor sij beijden sullen genieten de possessie [het bezit] van't Gestoeltje staende op't Koor deser Kercke aende noortzijde – 27 – 0 – 0
De Heer Richter G. Goiker belooft te betalen het Gestoelte op't Koor daertegenover, dies [weshalve, om welke reden] wij op hem een Assignatie [wissel] hebben gepasseert [bekrachtigd, opgemaakt] van achtentwintigh gulden, welcke Wij alsoo [dus], als ontfangen achten – 28 – 0 – 0".


In verscheidene plaatsen in de omgeving van Warnsveld was het al niet veel beter.
Het laatste kind werd in 1672 gedoopt in Borculo op 8 april, in Eibergen op 16 mei en in Vorden op 2 september. Daarna werd er pas weer gedoopt in 1674, respectievelijk op 24 mei, 28 mei en 1 februari.
De inschrijvingen in de trouwboeken geven een soortgelijk beeld te zien: het laatste paar trouwde in Borculo op 31 januari 1672, in Eibergen op 22 april en in Vorden op 16 november. Daarna weer op respectievelijk 29 november 1674, 30 augustus 1674 en 24 december 1673.


En in het doopboek van de Nederduits Gereformeerde Gemeente van Geesteren van 1651-1728 lezen we, dat de laatste doop plaatsvindt op 24 maart 1672 en - op de volgende bladzij - de eerste pas weer op 6 december 1674:


"De volgende tijt is verlopen tusschen den Franschen-Bisschoplijken oorlogh, de doot van D[s]. Steuver en den dienst van D[s]. A. v. Bijlert, predicant in sijn plaets".

Uit het trouwboek van die jaren blijkt er tussen 4 maart 1672 en 26 december 1674 geen huwelijk te zijn gesloten.



Ook verder naar het noordoosten, in Oene, waar verscheidene van Riets voorouders vandaan komen, kende men deze problemen. De predikant aldaar, Gerk. op Gelder, loste het op de volgende manier zo goed mogelijk op:


"1675 in Januario
Alsoo door den oorlogh diesgelijke [?] voorgaende boek vernielt is, zijn de noch levende kinderen [uit de marge:] die van [door] mij gedoopt zijn van mij onders [?] bij d' ouders in den kaspel Oen[e] opgesocht & wederom te boek gebracht na den olderdom [leeftijd], die d'olders [ouders] aengegeven hebben gelijk te sien is van folio 1 een en soo voorts.
De Ledematen zijn getekent & opgeschreven op folio 50 en vervolgens.
De getrouwde zijn te vinden of haere namen zijn geschreven op fol. 74 en vervolgens
Gerk. op Gelder D tot Oen anno ministerii …, aetatis [op de leeftijd van] …
De ge … staen geschreven op fol. 108
De gekoozen diaconen … alderlingen te vinden op fol. 109"



   © Copyright Cor J. Lentink.